Door de auteurs van de 18de eeuw aan Ambrosius Francken toegeschreven en in de catalogus van 1829, zonder argumentatie op naam van Marten Pepijn geplaatst, evenals de buitenkanten van dit luik (nr. 275) en de buitenkant van het rechterluik (nr. 276). De binnenkant van dit rechterluik is van de hand van Otto Venius (nr. 484). Het middenstuk (nr. 88) was eerder door Maerten de Vos uitgevoerd.
